Praktijk
Autorijles
De autorijles duurt normaliter 60 minuten per rijles. Mocht je graag een keer willen ervaren hoe het is om wat langer achter het stuur te zitten, is dit uiteraard ook mogelijk.
Je wordt thuis, op school of op je werk opgehaald en ook weer teruggebracht naar de gewenste plek. Er wordt lesgegeven volgens de RIS-methode. Deze methode zorgt voor een logische opbouw in de lessen. Hierdoor zal je stapje voor stapje de auto steeds meer onder controle krijgen en uiteindelijk op de meest vlotte, veilige en zelfstandige manier in het verkeer mee kunnen stromen.
De vorderingen worden bijgehouden met een instructiekaart. Deze is terug te vinden in een overzichtelijke app. In diezelfde app staat ook het huiswerk klaar voor de volgende les.
Tussentijdse toets
Een tussentijdse toets is een soort proefexamen. Jouw opgedane kennis en vaardigheden worden beoordeeld. Het lijkt op het praktijkexamen, omdat ALLE examenonderdelen volgens de officiële exameneisen getoetst worden. Echter je kunt niet zakken, maar wel ervaren hoe het examen er aan toegaat. Een examinator van het CBR neemt dit examen af.
Wanneer je bij de tussentijdse toets de bijzondere verrichtingen naar wens uitvoert, dan kun je hiervoor vrijstelling verdienen. Deze vrijstelling geldt alleen voor jouw eerstvolgende praktijkexamen.
Deze toets duurt ongeveer 45 minuten. Net zo lang als het praktijkexamen. Na afloop van de toets geeft de CBR-examinator je tips en een onafhankelijke advies over de onderdelen waaraan je nog kunt werken.
Voorwaarden:
- Je bent in het bezit van het theoriecertificaat;
- Je hebt twee derde deel van de rijopleiding gevolgd.
Praktijkexamen
Om het praktijkexamen te mogen doen moet je in het bezit zijn van een geldig theoriecertificaat! Ook is de gezondheidsverklaring naar waarheid door jou ingevuld.
Het examen voor de personenauto duurt ongeveer 45 minuten.
Je krijgt tijdens het praktijkexamen alle gelegenheid om te laten zien wat je allemaal kunt. Helemaal foutloos hoeft je examen niet te zijn. Belangrijker is hoe jij reageert op het overige verkeer en of je de situatie meester bent. De examinator bekijkt dus of je voldoende in huis hebt om vlot, veilig en zelfstandig aan het verkeer te kunnen deelnemen.
Je neemt mee naar het praktijkexamen:
- Je oproepkaart;
- Een geldig identiteitsbewijs;
- Het ingevulde zelfreflectieformulier.